Op het moment dat in ons land een discussie is losgebarsten over het gebruik van de term ‘Gouden Eeuw’, belicht Leo Blokhuis in aflevering 4 de keerzijde van de ongekende groei en welstand in de 17e en 18e eeuw. Het contrast tussen vrij en onvrij wordt pijnlijk duidelijk als Blokhuis in de archieven van Paramaribo stuit op het bijzondere en schrijnende verhaal van de slaafgemaakte Andries.

Historicus Karwan Fatah-Black neemt Leo Blokhuis mee naar het midden van de 18e eeuw. Samen volgen ze het spoor van Andries. Een zwarte man met moed. Andries reist met zijn eigenaren tweemaal van Paramaribo naar Amsterdam. De stad van de vrijheid. Een stad die hem inspireert zijn eigen vrijheid op te eisen. Andries zal de leiders van de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden tot het hoogste niveau tarten. Brieven uit die tijd tussen Paramaribo en Nederland geven een grimmig beeld: “ Zolang er nog vrijheid is in de koloniën moeten we daar geen afbreuk aan doen. We weten dat vrijheid een groot goed in Nederland, maar hier werkt het anders. Als we mensen gaan vrijlaten dan beroven we onze planters van hun bezittingen.”

De 17e Eeuw is voor de vrijheidslievende Nederlanders een gouden tijd. Vertrouwd met het alomtegenwoordige water, veroveren ze de wereldzeeën. Ze voeren handel tot ver achter de horizon.

Kooplieden verdienen geld als water. Ver uit het zicht betaalden anderen de prijs hiervoor, met hun leven en met hun vrijheid. In havensteden als Amsterdam en Hoorn staat letterlijk alles in het teken van handel. Het ene schip na het andere rolt er van de werf, de welvaart spat er van de gevels, de hele wereld komt er binnen.

“Er is geen sprake van handelszin maar handelsdrang” vat directeur Ad Geerdink van het Westfries museum het bondig samen.
In 1621 richt de Republiek der Verenigde Nederlanden De West-Indische Compagnie (WIC) op. Handel en kaapvaart zijn één. Het zijn diezelfde ondernemende kooplieden die ons land een donkere periode binnenloodsen.

Zoals gouverneur Johan Maurits, rijk geworden op de suikerplantage van Brazilië. Hij overtuigt de Nederlandse bestuurders dat slaven nodig zijn voor het harde en smerige werk op de plantages. Johan Maurits bouwt van de winst een paleisje in Den Haag: het huidige Mauritshuis.
De koopmannen van de WIC werken aan een sluitend verdienmodel. Nooit een leeg ruim, de winst maximaal. In 200 jaar tijd verscheept de Republiek meer dan een half miljoen slaafgemaakten van Afrika naar Suriname en de Caribbean.
Tot slaafgemaakt de koloniën in gesleept en daarmee onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Hier kunnen we onze ogen niet voor sluiten concludeert schrijver en historicus Leo Balai. “Slavenhandel is Nederlandse geschiedenis, net als de 80-jarige oorlog.  We moeten het durven vertellen, ook aan onze kinderen. Het gaat er niet om mensen te beschuldigen. Maar wel om het verhaal te vertellen. Een land wordt niet zomaar rijk. Die rijkdom verkrijg je op een bepaalde manier. Het kan zijn door hard werken, maar ook door roof”.

Leo Blokhuis ontrafelt in het tweede seizoen van Achter de Dijken onze vrijheidsgeschiedenis. Vanaf 12 september zendt de KRO-NCRV deze zesdelige serie uit op NPO 2. De drang naar vrijheid en autonomie loopt als een rode draad door onze geschiedenis. Van het prille begin met Bataven, Friezen en Romeinen tot de hevig bevochten vrede van 1945. Hét verhaal van het vrijgevochten Nederlandse volk bestaat niet. Elke eeuw kent haar eigen mythes met haar eigen helden, haar eigen vrijheidsstrijders (en haar eigen waarheid).

Achter de Dijken: Vrijheid, donderdag 3 oktober om 20.25 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.

Kijkers/luisteraars kunnen met vragen/opmerkingen terecht bij het Klant Contact Centrum:
E: info@kro-ncrv.nl
T: 035-6726880