In weerwil van het klimaatakkoord worden in Nederland op korte termijn meer bomen gekapt dan er worden aangeplant. Op dit moment liggen er concrete plannen voor de kap van 1231 hectare tegenover 304 hectare aan nieuw bos. Dat blijkt uit cijfers die De Monitor (KRO-NCRV) opvroeg bij de provincies voor ons onderzoek naar bomenkap.

Dat beeld is niet compleet. Veel provincies hebben namelijk geen overzicht hoeveel bos er de komende jaren gaat verdwijnen en wat daarvoor terugkomt. Sommige provincies hebben bijvoorbeeld wel ambities uitgesproken voor de aanplant van nieuw bos, zoals Overijssel. Maar het is nog onduidelijk waar die bomen dan moeten komen.

Uit onderzoek van de Wageningen Universiteit bleek al dat het bosareaal tussen 2013 en 2017 met 5400 hectare is afgenomen. De voornaamste reden hiervoor is dat bos wordt verwijderd om plaats te maken voor andere soorten natuur, zoals heide of stuifzand. Voor deze biotopen gelden Europese instandhoudingsdoelstellingen. In de wet natuurbescherming staat dat elke boom die gekapt wordt gecompenseerd moet worden, maar dat geldt niet wanneer bos gekapt wordt voor andere natuur.

Deze uitzondering op de wet is tegenstrijdig met onze klimaatdoelen, want bomen zijn belangrijk voor de opslag van CO2. Ook het planbureau voor de leefomgeving wijst er in de doorrekening van het klimaatakkoord op, dat de huidige boswetgeving strijdig is met de ambities: ontbossing voorkomen, en méér bosaanleggen.

Weinig concrete plannen

Zijn provincies hier ook mee bezig? De Monitor vroeg alle twaalf provincies naar hun kap- en aanplantplannen. Maar het antwoord daarop is niet eenvoudig te achterhalen. Er zijn maar weinig concrete plannen voor de aanplant van bos. Daarnaast hebben niet alle provincies in beeld hoeveel bos er de komende jaren nog gaat verdwijnen. Alleen Gelderland, Overijssel en Drenthe hebben de omvang van de kap in kaart gebracht. Noord-Holland heeft wel plannen , maar van vier projecten is de oppervlakte nog niet duidelijk. Andere provincies hebben of geen plannen of hebben geen inzicht in het aantal hectares dat nog wordt omgevormd tot andere natuur.

‘Geen bosvisie’

Harrie Hekhuis, afdelingshoofd beheer en productie bij Staatsbosbeheer, ziet dat veel provincies geen visie hebben om het bosareaal in stand te houden. ‘Een actieve bosvisie ontbreekt. Je ziet wel dat een aantal provincies het oppakken, maar een aantal provincies doet dat nog niet. Als we in Nederland het bosareaal in stand willen houden of liever nog uitbreiden, dan hebben we dat wel nodig.’ Staatsbosbeheer zegt de komende jaren 5000 hectare nieuw bos te willen aanplanten op de eigen terreinen. Momenteel wordt verkend welke locaties hiervoor het meest geschikt zijn.

Ambities

Hoewel veel provincies zelf geen concrete plannen hebben, zijn er wel ambities om het bos te laten groeien. Zo heeft provincie Overijssel de doelstelling om 600 hectare extra bomen te planten. De provincie zoekt nog naar locaties. Gert-Jan Nabuurs van Wageningen University & Research betwijfelt of de ambities van provincies ook werkelijkheid worden. ‘In de praktijk zie je dat de aanplant van bos veel te langzaam gaat. Dat compenseren, het vinden van locaties waar je dat nieuwe bos kan aanleggen, dat duurt erg lang. Dat komt in allerlei ruimtelijke ordening-procedures vast te zitten. En na 5 of 10 jaar is men allang vergeten dat dit nog moest.’ 

De Monitor, zondag 31 maart bij KRO-NCRV om 22.40 uur op NPO 2.

Kijkers/luisteraars kunnen met vragen/opmerkingen terecht bij het Klant Contact Centrum:
E: info@kro-ncrv.nl
T: 035-6726880